Suikerziekte of diabetes mellitus komt redelijk vaak voor bij huisdieren. Met de nodige aandacht is de aandoening goed te behandelen. Hiervoor is goed en duidelijk overleg tussen eigenaar en dierenarts wel heel belangrijk.
Als de suikerziekte eenmaal goed onder controle is, dan is de levensverwachting bij strikte behandeling in principe net zo lang als bij een gezond dier.
Wat is suikerziekte?
Bij suikerziekte wordt er door het lichaam te weinig insuline aangemaakt of reageren de lichaamscellen slechter op insuline (insulineresistentie) waardoor het glucosegehalte in het bloed te hoog is.
Normaal wordt glucose opgenomen door de lichaamscellen. De lichaamscellen worden hiertoe aangezet door insuline. Indien er te weinig insuline aangemaakt wordt of de lichaamscellen hier slechter op reageren, kan glucose niet worden opgenomen en blijft deze achter in het bloed. Hierdoor zal het bloedglucose stijgen en ontstaat er suikerziekte. De lichaamscellen kunnen te weinig glucose opnemen en krijgen hierdoor een gebrek aan brandstof.
Welke symptomen kunnen er zichtbaar zijn?
Het teveel aan glucose in het bloed wordt via de nieren uitgescheiden in de urine. Deze extra glucose in de urine trekt extra vocht aan waardoor de hond of kat meer zal gaan plassen. Om dit extra urineverlies te compenseren zal uw huisdier ook meer gaan drinken.
Aangezien de glucose niet wordt opgenomen door de lichaamscellen, zal de hond meer gaan eten om zo te proberen het energietekort aan te vullen. Maar aangezien dit geen effect heeft door het insulinetekort, zal uw huisdier, ondanks het meer eten, toch gewicht verliezen.
Indien suikerziekte niet behandeld wordt, zal de eetlust en algemene conditie uiteindelijk verslechteren.
De belangrijkste verschijnselen:
- Veel drinken en plassen
- In eerste instantie veel honger
- Vermageren ondanks goede eetlust
- In een later stadium braken
- Staar (indien suikerziekte langdurig slecht gereguleerd is)
Hoe stellen we de diagnose?
De symptomen beschreven door de eigenaar geven vaak al een vermoeden van suikerziekte. Deze symptomen kunnen echter ook waargenomen worden bij andere ziekten. De definitieve diagnose wordt gesteld aan de hand van bloed- en urineonderzoek. Hierbij wordt (herhaaldelijk) een te hoog glucosegehalte in het bloed en de urine gemeten.
Bij katten die stress ervaren kan het bloedglucose ook gestegen zijn zonder dat er sprake is van suikerziekte. Dit noemt men stresshyperglycemie. Daarom wordt bij katten vaak naar het fructosaminegehalte in het bloed gekeken. Fructosamine ontstaat door de binding tussen plasma-eiwitten (albumine) en glucose. Dit is een onomkeerbare binding, hierdoor wordt de fructosamineconcentratie in het bloed niet beïnvloed door kortdurende veranderingen in bloedglucose.
Suikerziekte wordt behandeld door middel van het 2 maal dagelijks inspuiten van insuline. Een goede controle is hierbij erg belangrijk, zeker in het begin. Soms kan het namelijk even duren voordat de suikerziekte gereguleerd is.
Het is belangrijk regelmaat in het leven van uw huisdier te krijgen. Dit voornamelijk omdat het belangrijk is om op zo vast mogelijke tijden uw huisdier te spuiten. Daarnaast moet uw huisdier gegeten hebben vooraleer u uw huisdier spuit. Dit omdat er anders kans bestaat dat het glucose gehalte in het bloed te laag wordt en uw huisdier hypoglycemie krijgt. Bij hypoglycemie kunt u de volgende verschijnselen krijgen: rusteloos, honger, trillen ataxie, desoriëntatie, convulsies en in erge gevallen zelfs coma. Indien uw huisdieren deze symptomen vertoont is het van belang om zijn suikergehalte weer op peil te krijgen. Dit kan door uw huisdier direct te laten eten. Indien uw huisdier niet meer in staat is om te eten, moet u hem zo snel mogelijk druivensuiker of een druivensuiker-oplossing toedienen. Hierbij geeft u ongeveer 1 gram druivensuiker per kilogram lichaamsgewicht. Als uw huisdier niet direct verbetert na het toedienen van de druivensuiker, is het heel belangrijk om direct contact op te nemen met uw dierenarts.